De vijf verontreinigingsklassen helpen bij (kosten-) efficiënt waterkwaliteitsbeheer. Bij de twee schoonste klassen kan de aandacht zich richten op beschermend waterbeheer. De andere drie klassen vragen om het nemen van herstelmaatregelen. In de figuur geef de dikke zwarte lijn aan hoe de indeling zich verhoudt tot de normstelling voor stoffen van de KRW.
De indeling in vijf klassen is afgeleid voor drie toepassingen van de Sleutelfactor Toxiciteit:
- Voor de indeling van de berekende toxische druk
- Voor de indeling van de gemeten toxische druk
- Voor de indeling van de zuiveringsinspanning.
De indeling van de berekende toxische druk is afgeleid van kalibratie-studies, waarmee de relatie tussen toxische druk en de belemmering van de ecologische toestand duidelijk wordt. De indeling is verder gebaseerd op de normstelling van stoffen. De normatieve beoordeling sluit daarmee naadloos aan op de SFTox-beoordeling. Deze beoordeling heeft tot doel de normatieve klasse ‘voldoet niet’ (aan de normen) te nuanceren in zeer sterke, sterke en matige belasting, en dus zeer grote, grote en matige effecten. Dit ondersteunt het prioriteren van maatregelen.
Meer weten
Dit Deltafact geeft uitleg over de indeling in vijf verontreinigingsklassen.
Deze notitie geeft een uniek inzicht in de relatie tussen de mate van chemische verontreiniging - uitgedrukt via de maatlat: toxische druk - en de fractie soorten die in het veld aangetast wordt. Dat inzicht is nodig om maatregelen te kunnen prioriteren.
Om een beeld te krijgen van de aanwezigheid van chemische stoffen kunnen effectmetingen met bioassays worden gedaan. Om te weten of een bepaald effect aanleiding geeft tot nader onderzoek, moeten de waardes van de gemeten effecten geïnterpreteerd kunnen worden. Deze interpretatie geeft aan hoe groot het bijbehorende risico is voor waterorganismen of humane gezondheid. Deze notitie beschrijft hoe de grenzen voor interpretatie van bioassays voor de vijf verontreinigingsklassen zijn vastgesteld.
In deze notitie beantwoorden we de vraag: wat is het gevolg van een toenemende toxische druk van verontreinigende stoffen en/of mengsels van zulke stoffen op de ecologische status? Dit gebeurt aan de hand van een analyse van data sets van bestaande semi-veld testen (mesocosms).
In dit onderzoek is voor de twee onderzochte geneesmiddelen (de antidepressiva fluoxetine en de antibiotica sulfamethoxazol) een grote overlap gevonden tussen structurele en functionele eindpunten geobserveerd in een semi-veld experiment en bioassay resultaten. Structurele en functionele eindpunten geven echter een completer en meer gedetailleerder beeld. Relaties tussen bioassayresponsen en ecologische effecten zijn nodig om bioassays te kalibreren naar ecotoxicologisch relevante eindpunten.